24 februari 2021

Gewoon mens

Het bezoeken van een openbaar toilet. Je eerste BH kopen. Voor veel jonge vrouwen is dit geen big deal. Voor Luka wel. Zij noemt zichzelf non-binair en voelt zich geen man en geen vrouw. ‘’Soms stond ik wel vijf minuten vertwijfeld voor een openbaar toilet. Ik bleef me maar afvragen welke deur ik moest openen. Ik wist oprecht niet waar ik hoorde."


Door Anke en Luka

Luka vertelt me zijn verhaal. 

 ‘’Kijk’’, begint ze. ‘’Eigenlijk is gender net zoiets als water. Het kan in allerlei vormen bestaan: vast, vloeibaar of gasvormig. Soms wisselt het elkaar af, maar het is er altijd.’’ Ik knik, terwijl ik haar woorden in me opneem. Ze aarzelt even en vervolgt dan: ‘’Zelf ben ik in dat geval smeltend ijs. Ik ben niet rotsvast, maar ook niet vloeibaar. Ik zie het als een niet gedefinieerd derde gender. Maar het liefst zeg ik: ik ben gewoon mens.’’

 Ik zit in een comfortabele stoel in de studentenkamer van Luka. Een dampende kop thee tussen ons in. Ik ben één van Luka’s begeleidsters en ik wil graag meer leren over non-binariteit. Ik ken meerdere studenten die zichzelf als non-binair beschouwen, maar betrap mezelf erop dat ik hierover maar weinig weet. Luka loopt tegen hetzelfde aan, maar dan vanaf de andere kant. Ook zij ziet om haar heen hoe weinig kennis er nog over is. En dat willen we beide anders. De deal is snel gemaakt: Luka vertelt haar verhaal, ik schrijf.

Al snel leer ik dat gender niet hetzelfde is als sekse. Waar gender meer gaat over de psychologische identificatie, verwijst sekse naar de biologische kenmerken. Daarnaast is gender ook een cultureel begrip. Luka: ‘’Kijk maar naar oude mythen, daar hadden goden bijvoorbeeld altijd mannelijke én vrouwelijke namen. Veel van onze normen en waarden van nu zijn nog gebaseerd op de jaren vijftig.’’

Luka vertelt me dat hij zelf het gevoel heeft tot een derde gender te behoren, zwevend op het spectrum tussen man en vrouw. ‘’Natuurlijk heeft gender ook met je belichaming te maken. Zo kan het best zijn dat een man met een baard zich van binnen een vrouw voelt. Wat je ziet, hoeft dus niet overeen te komen met hoe iemand zich voelt. Dat is soms best verwarrend. Daarnaast is het voor iedereen anders.’’ Luka vertelt me dat je naast non-binair ook bi-gender of a-gender kunt zijn. Als hij mijn vragende blik ziet vervolgt hij glimlachend: ‘’En dat is nog maar een handjevol termen. Er zijn nog zoveel meer.’’


Rolmodel
Luka heeft haar hele leven al moeite met haar eigen lichaam maar dacht daar als kind niet over na. Tot ze vrouwelijke vormen kreeg. Ze herinnert zich het moment nog goed dat ze voor het eerst een BH kocht. Waar haar moeder en de verkoopster goedkeurend knikten, cirkelden er maar vier woorden door Luka’s hoofd: Ik wil dit niet.

Er waren meer van dit soort momenten. Luka’s gezicht betrekt terwijl ze vertelt: ‘’Ik wilde op een gegeven moment graag kort haar. Maar dan wel híp kort haar. De kapper maakte er echter een ‘praktisch’ kort kapsel van, zoals moeders dit vaak hebben. Ook dat was een trigger: wil ik wel moeder worden? Of al die keren dat ik bij openbare toiletten vertwijfeld van de ene naar de andere kant liep. Ik bleef me maar afvragen welke deur ik moest openen. Ik wist oprecht niet waar ik hoorde.’’

Van binnen gingen alle alarmbellen af, maar dit naar buiten brengen was spannend. In dezelfde periode speelde Amber Liu, een Taiwanese-Amerikaanse zangeres, een belangrijke rol in het leven van Luka. Hij vond in haar een rolmodel. ‘’Amber was gewoon wie ze was en droeg dit ook uit. Dat wilde ik ook. Uitdragen wie ik ben en dat dat oké is.’’ Luka ging er meer over lezen en vond uiteindelijk de term non-binair. Hij herkende veel en plakte de term op zichzelf, als test. Luka legt uit: ‘’Ik heb de term eigen gemaakt en merkte na een poosje dat ik deze niet meer nodig had.’’

Luka kwam uiteindelijk bij de genderpoli terecht. Dit was een verademing. Niet alleen kreeg hij specialistische begeleiding, maar hij maakte ook deel uit van een gendergroep. Deze groep is samengesteld door een seksuoloog en bestaat uit mensen met gender gerelateerde vraagstukken. Hij wist toen: ik ben niet de enige.


Gender-koekje
Luka vond het moeilijk om haar ouders te vertellen over haar zoektocht. Hoe zouden ze reageren? Hij besloot om ze een artikel te laten lezen over non-binairiteit. Het was een Engelstalig artikel en omdat ze er geen uitleg of context bij gaf duurde het nog een poosje voor het daadwerkelijk onderwerp van gesprek werd. Tot ze op een gegeven moment graag een binder wilde kopen en haar vader zijn creditcard nodig had.

Haar ouders doen tot op de dag van vandaag erg hun best om het te begrijpen, maar dit valt niet altijd mee. Ze vertelt: ‘’Mijn ouders vragen zich af of ze het ooit écht zullen snappen. Maar ze willen het blijven proberen. Het enige dat ze willen is dat ik gelukkig ben.’’ Dat het moeilijk is om te begrijpen snapt Luka wel. Volgens haar heeft het ook te maken met te weinig kennis over het onderwerp. Hij maakte daarom een tekening van een zogenaamd ‘gender-koekje’ waarin het biologische geslacht, de gender identiteit, de seksuele geaardheid en de gender expressie worden afgebeeld.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Luka heeft de diagnose autisme. Denkt ze dat er een correlatie is tussen deze diagnose en de LGBT+ doelgroep? Ze knikt, denkt even na. Dan, peinzend: ‘’Misschien dat mensen met de diagnose autisme minder nadenken over wat anderen van hen vinden.’’

Voornaam(woord)
Luka noemt zichzelf nog niet zo lang Luka. Wel wist hij vrij snel dat hij een andere naam wilde.

‘’Het is een stuk expressie, een uithangbord van je identiteit. Behalve het vinden van een passende naam, is ook het vinden van de juiste taal belangrijk.’’

Als schrijfster van dit verhaal merk ik dat ik veel vrouwelijke voornaamwoorden gebruik. Dit zal in mijn communicatie als begeleidster op de groep niet anders zijn. Wat zou Luka hierin het liefst willen? Ze legt uit dat ze dit gewend is en dat de Nederlandse taal eigenlijk te beperkt is. Of, zoals zij het formuleert: ‘’Het is een grammaticale nachtmerrie.’’ Maar, zo denkt ze met me mee: ik kan het ook afwisselen. Soms een mannelijk voornaamwoord, soms een vrouwelijk. Dat nuanceert al.

Ik vraag Luka wat hij anderen zou willen meegeven. Hier hoeft hij niet lang over na te denken. ‘’Verder kijken dan je neus lang is. Er schuilt altijd meer achter dan je denkt. Niks is zwart-wit, alles is grijs.’’ Mensen die zelf ook worstelen met hun gender identiteit raadt hij aan om erover te praten met iemand die er verstand van heeft. ‘’Het kan een heel eenzaam proces zijn, maar je bent niet alleen. En experimenteer met termen. Er is altijd één die past. En zo niet, dan kun je er altijd nog zelf één verzinnen.’’

Terug naar Luka’s rolmodel en haar eigen droom: uitdragen wie ze wil zijn. Doet ze dit nu? Na een korte stilte zegt ze: ‘’Het blijft een proces en ik blijf experimenteren.’’ Hoe ze dit doet? Met kleding bijvoorbeeld. ‘’Zo had ik laatst voor het eerst sinds jaren weer een jurkje aan.’’

Ik spreek mijn bewondering uit voor Luka’s moed en visie op diversiteit.

Dan, nuchter als ik deze archeologie student(e) ken: ‘’Ach, uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde skelet.’’

Door: Anke Odinga – Begeleider Jados Groningen

*De afbeelding is ter illustratie




Lees ook deze verhalen